De Volkswagen

Oprichting van Porsche

Ferdinand Porsche bouwde het prototype van de Kever, de auto die voor Volkswagen een lange Periode van succes inluidde.
Ferdinand Porsche werd in 1875 geboren, in het Oostenrijks-Hongaarse dorpje Maffersdort bij Reichenberg (nu Liberec in Joegoslavië). In 1899 ging hij als elektrotechnicus in Wenen werken, bij Lohner & Co. In 1906 werd hij technisch directeur van de Austro-Daimlerfabriek in Weiner Neustadt. Tien jaar later was hij daar algemeen directeur. Hij interesseerde zich bijzonder voor kleine auto’s. Dat leidde in 1922 tot de totstandkoming van de befaamde, door Austro-Daimler gebouwde, Sascha’s. Racewagens waarvan de viercilinders tellende C-motoren met enkele bovenliggende nokkenas een inhoud hadden van 1097 cc. Voor meer informatie over de Kever kijk op keverclub.nl. In 1923 verliet Porsche Oostenrijk om hoofdontwerper te worden bij Daimier in Untertürkheim, vlak bij Stuttgart. Daar bracht hij wijzigingen aan in de door Paul Daimier ontworpen, 2 liter-viercilinderracewagens. Hij ontwierp ook 2 liter-achtcilinders eveneens voor de racerij. Bovendien was hij verantwoordelijk voor de beroemde 68 liter- en 7,1 liter-zescilinders met cornprocsor: de Mercedes S-serie.

PAUL DAIMLER

In 1929 ging hij terug naar Oostenrijk, waar hij korte tijd werkzaam was bij de Steyrfabriek. In 1930 begon hij onder zijn eigen naam een ontwerpbureau voor de auto-industrie in Stuttgart. Daar werden de eerste tekeningen van ‘een auto voor het volk’ gemaakt. Ongeveer tegelijkertijd werkte hij aan tekeningen voor de sensationele zescilinder-Porsche, de racewagen waaruit de beroemde Auto Union-racewagen zou voortkomen. Porsche was van plan geweest, bij Austro-Daimler
kleine auto’s te produceren Hij faalde in die opzet door de tegenwerking van de andere directeuren, die de commerciële waarde van het bouwen van kleine en goedkope auto’s niet onderkenden. Bij Mercedes had hij dezelfde situatie aangetroffen Beide fabrieken produceerden middelgrote en grote wagens. Ze hadden noch de wens, noch de middelen om grote, ultramoderne fabrieken te bouwen voor de massaproductie van kleine auto’s.

ZÜNDAPP

In 1931 kreeg het ontwerpbureau van Porsche opdracht van Zündapp, de motorfietsenfabriek. om een prototype te maken van een kleine wagen met een vijfcilinder -stermotor met een cilinderinhoud van 1200 cc. Er werden drie auto’s gemaakt en getest, maar Dr. Fritz Neumayer, op dat moment de grote baas van Zündapp, was niet tevreden over de resultaten en trok de opdracht in. Kort daarna werd Porsche benaderd door een andere toonaangevende Onder en geheel onder: Twee vroege versies van de legendarische Kever. Hoewel de wagen in de loop der jaren sterk is gemoderniseerd. bleven de basisvorm en de met lucht gekoelde motor gehandhaafd. Onder een exemplaar uit 1939 en geheel onder een Kever uit 1953. Duitse motorfietsenfabrikant: Fritz von Falkenhayn, directeur van de NSU-fabriek in Neckarsulm. Ook hij zag wel iets in een kleine auto. Met een vlakke viercilinder motor van 1448 cc met luchtkoeling achterin, was deze wagen heel anders dan het oorspronkelijke ontwerp voor Zündapp.

NSU

NSU verkocht zijn autofabriek in Heilbronn in 1930 aan Fiat, maar was van plan de fabricage van Porsche’s auto in Neckarsulm te hervatten. Daar was de Engelsman Walter-William Moore werkzaam als motorfietsenontwerper. Hij was de man die in 1933-34 de ‘vlakke 4′-motor van Porsche aanpaste. In Neckarsulm werden vijf prototypen van de door Moore aangepaste wagen gemaakt. Omstreeks diezelfde tijd (1934- 35) nam de verkoop van motorfietsen echter zo’n vlucht, dat NSU besloot niet door te gaan met de auto. De prototypen gingen terug naar Porsche. Die zette het werk voort in zijn ontwerpbureau, waar hij geassisteerd werd door bekwame mannen als Karl Rabe, Josef Kales en Franz X. Reimspiess. Boxermotoren waren geen uitvinding van de jaren ’30: Benz bouwde er al een in 1898. Vele automobiel- en motorfietsenfabrieken namen hem kort daarna in gebruik, Porsche ging door met het fabriceren van verschillende prototypen, met de bedoeling te bezuinigen op de productiekosten. Hij stuitte echter op problemen met betrekking tot het vermogen, de betrouwbaarheid en het benzineverbruik. In 1934 werd door de Duitse regering – via het Reichsverband der Automobil Industrie – een aanvraag ingediend voor het ontwerpen van ‘een echte wagen voor het volk’. Men besloot een vlakke viercilinderboxermotor te gebruiken. Hitiers wens dat Josef Ganz deze auto zou ontwerpen, kon niet in vervulling gaan. Ganz was een jood, die Duitsland uiteindelijk moest verlaten en zijn toevlucht zocht in Zwitserland en Australië.

 

PORSCHE

Het was Porsche die met overheidshulp de prototypen bouwde. De prototypen hadden lucht gekoelde vier cilinderboxermotoren van 985 cc achterin. Ze hadden een boring en slag van 70 mm X 64 mm, met een compressieverhouding van 5,6:1. Het vermogen bedroeg 23,5 pk bij 3000 toeren per minuut. Een technische sensatie, want het was een korte-slag motor. De eerste tests werden uitgevoerd met de drie prototypen die in 1936 door Porsche werden gebouwd. Deze proeven duurden langer dan twee maanden en besloegen 150.000 kilometer. In de loop van 1937 verschenen er nog 30 prototypen van de Volkswagen op de weg. Omdat Porsches ontwerpbureau niet was ingesteld op een dergelijke produktie, bouwde Daimler-Benz AG deze wagens in de Mercedesfabriek in Untertürkheim. Hier kun je ook voor jouw Porsche wieldoppen vinden.
De 411-sedan uit 1972. Hoewel de wagen, net als de Kever, een met lucht koeling motor had, was hij veel verfijnder. Hij had bijvoorbeeld een verwarmingssysteem dat vanzelf aansloeg op een tevoren gekozen tijdstip: de wagen was behaaglijk warm, als de bestuurder op een koude vriesmorgen instapte.

999 MARK

Adolf Hitier, had het Duitse volk een ideale wagen beloofd, voor het luttele bedrag van 999 Mark! In het voorjaar van 1937 werd de Gesellschaft zur Vorbereitung des Deutschen Volkswagens Gm~H opgericht. Een jaar later, op 26 mei 1 938, werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe fabriek in FalierIeben, 80 km ten oosten van Hannover. AI snel werd die plaats officieel KdFStadt genoemd (Kraft durch Freude ‘kracht door vreugde’), want Hitiers KdFgenootschap stond ook achter het mammoetproject. Voornamelijk met geld dat vooruitbetaald werd op de auto’s, werd het Volkswagenwerk GmbH gevormd. Tegen het eind van 1938 waren niet minder dan 169.741 orders geplaatst. De situatie gaf een vol orderboek, een grote fabriek, een grote stad in aanbouwen … een oorlog in aantocht te zien. In 1940 werd begonnen met een aangepaste versie van de auto – de Emmerwagen – voor militaire doeleinden. Pas na 1945 werden door VW wagens voor het volk geproduceerd. De mensen die al in 1 938 vooruitbetaald hadden, hebben hun wagen nooit gekregen. Het duurde vele jaren en rele hOorzittingen voor het probleem vann de vooruitbetaalde auto’s was opgelost. De Emmerwagen werd uitgerust met een 1131 cc-motor van 25 pk. De onginele 985 cc-krachtbron had niet genoeg vermogen voor een terrein;wagen zoals de Emmerwagen moest Zijn. Toen VW in 1945 begon met de produktie van gewone wagens, vond men de originele 985 cc eigenlijk te klein en tot 1954 werd de grotere motor gehandhaafd. Twee jaar na de introductie van de Emmerwagen, begon VW met de produktie van een amfibie versie. Van deze bootwagens werden 70.000 exemplaren gemaakt gedurende de Tweede Wereldoorlog. Op 10 april 1945 vielen de Amerikanen KdFStadt binnen. De stad telde toen 17.000 inwoners, van wie er 9.000 voor VW werkten. Op dat moment hadden 336.000 Duitsers 207.000.000 Mark vooruitbetaald op wagens van VW. Dat bedrag was gestort op een speciale rekening bij de Bank für Deutsche Arbeit. op 25 mei 1945 kreeg de stad die bekend stond als KdF-Stadt en als VWStadt officieel de naam Wolfsburg.

Lees verder